Culinair, actief en modern Maleisië
Door: Jaco en lieke
Blijf op de hoogte en volg Jaco en Lieke
19 Januari 2015 | Maleisië, George Town
-PENANG-
We waren toch nog wel moe na ons duikavontuur, merkten we in ons volgende bestemming; Penang in Maleisie. Het is ook best moeilijk uitrusten op een tropische bestemming, want de beste tijd om op stap te gaan is vroeg in de ochtend, als het nog wat koeler is en de kans op regen klein. Uitslapen kan wel, maar dan loop je rond in de vermoeiende tropische hitte. Hoe dan ook, we hebben ons best gedaan om uitrusten te combineren met onze belangrijkste opgave; het eiland bekijken.
Penang heeft een rijke historie en veel cultureel (UNESCO) erfgoed. Wij zijn in Georgetown geweest, een stad die meer dan 200 jaar geleden is gesticht toen Francis Light er een Engelse vlag plantte en een fort liet bouwen. Het strategisch gelegen fort overziet een nauwe zeestraat tussen het eiland en het Maleisische vasteland. In het fort hebben we ook een oud VOC kanon gezien dat een rol speelt in een lokale legende. Zo zou het kanon vervloekt zijn door een sultan en in het water gegooid. Het massieve messing kanon zou vervolgens weer boven zijn komen drijven en nu geloven sommige locals dat onvruchtbare vrouwen kunnen genezen door op het kanon te gaan zitten. Naast het fort behoort een soort sloppenwijk op palen in de zeestraat ook tot het cultureel erfgoed. Hier wonen Chinese clans, families die dezelfde achternaam delen. Het was voor ons wel verbazingwekkend dat zo'n gammel, stinkend stukje stad tot het gekoesterde erfgoed gerekend wordt. In de buurt van dat wijkje kun je 'street art' vinden, openlucht-schilderijen aangebracht op gebouwen. Sommige schilderijen combineren met voorwerpen, zoal een aan de muur gelaste fiets of een schommel. Laten we concluderen dat we een leuke eerste sightseeing dag in Penang hebben gehad.
Op de tweede dag hebben we een bezoek gebracht aan Penang hill, waar je met een grappig treintje naar boven kunt. Eenmaal boven hebben we genoten van het uitzicht en korte natuurwandelingen gemaakt. Daarbij hebben we veel muggen gezien, maar ook een slang, een grote varaan, een paar zwarte eekhoorntjes en als klap op de vuurpijl een paar aapjes. We zijn halverwege de middag alweer terug gegaan naar de stad voor de attractie waar Penang vooral bekend om is; de multiculturele keuken. Je kan op het eiland heel goedkoop en lekker eten en hebt met name keuze uit Indiaas, Maleisisch en Chinees, maar waar precies de grens ligt tussen die laatste twee is ons niet duidelijk. We hebben uit alle drie de keukens wat geprobeerd, een Indiase Murtabak, een Chinese soep met eend en een Maleisische Laksa. Je koopt dit eten meestal op straat voor iets meer dan één euro per gerecht en je kunt het dan opeten bij een nabijgelegen etablissement waar ze alleen drankjes serveren (consumptie verplicht). Het eten was heerlijk in de meeste gevallen en in ieder geval erg smaakvol. En dat voor prijzen waar je in Nederland niet eens voor kan koken!
-CAMERON HIGHLANDS-
Vanuit Georgetown hebben we een bus gepakt naar de Cameron Highlands. Aan de bussen kun je goed zien dat Maleisië best rijk is, want je reist hier met luxe 24 persoons bussen. In even grote bussen in Vietnam en Cambodja zaten zeker twee keer zoveel mensen. De reis voerde ons, zoals je zou verwachten met een bestemming die 'Cameron Highlands' heet, door de bergen. Ondanks dat de bus best comfortabel was, heb je geen heel prettige reis als je door de continu kronkelende wegen wagenziek wordt. Dat was voor Lieke dus wat minder fijn.
We hebben in de Cameron Highlands twee hele mooie wandeltochten gemaakt. Er zijn min of meer onderhouden paden met min of meer voldoende markering die je kunt volgen. Het was de eerste dag even zoeken waar het pad precies begon, maar na rondvragen bij de locals hebben we het gevonden. Andere locals hebben ons ook twee keer vriendelijk glimlachend totaal de verkeerde kant op gewezen. Op het pad naar boven hebben we redelijk wat boomstammen moeten passeren die dwars over het pad lagen. Gelukkig is het een stuk koeler in dit gebied en liepen we redelijk comfortabel. Het uitzicht op de top van 1670 meter hoog was de reis dubbel en dwars waard.
De volgende dag hebben we een iets moeilijker pad genomen, naar de top van de hoogste berg in de omgeving, de Gurung Brinchang van 2031 meter hoog. Dit pad was nog wat pittiger dan de dag ervoor, met stukken waar je echt moest klimmen. Het pad steeg soms met bijna 80 graden en je moest dan echt iedere stap goed kijken waar je je aan vast kon houden. We hebben er uiteindelijk ruim twee uur over gedaan, inclusief pauzes, om de top te bereiken. Op zijn oer-Hollands hebben we een brood en wat beleg mee genomen en lekker gepicknickt op de berg.
Na de vermoeiende weg naar de top moesten we natuurlijk ook weer naar beneden, maar dan over een geasfalteerde weg. Deze is een stuk minder steil, maar daardoor ook veel langer, zeker 9 kilometer om weer beneden te komen. Op de weg naar beneden kwamen we nog wel een leuke aarbeienkwekerij tegen, waar je je eigen aardbeien kon plukken. Een stuk verderop kwamen we langs een gigantische thee plantage. Dit is echt een fenomenaal gezicht; prachtige groene glooiende heuvels, zo ver als de bergen je toelaten te kijken. Omdat we toch wel wat moe waren geworden van de vele uren lopen hebben we geprobeerd naar beneden te liften en bij de vierde passant was het al raak. De vlotte autorit terug naar een nabijgelegen dorpje heeft ons zeker een uur lopen bespaard. We kwamen uiteindelijk moe maar voldaan terug in het hotel en dankzij de lift nog ruim voor zonsondergang.
-KUALA LUMPUR-
Vanuit Cameron Highlands zijn we naar Kuala Lumpur gegaan, de hoofdstad van Maleisië. Kuala Lumpur is heel modern en heeft een mooie skyline met onder andere de bekende Petronas torens. Een bezoekje aan die torens kost je ongeveer twintig euro per persoon, wat wij wat prijzig vonden, dus wij zijn in plaats daarvan op de KL toren geweest. Deze televisietoren is welgeteld 5 meter korter, maar het observatiedeck ruim honderd meter hoger dan bij de Petronas, en nog goedkoper ook. Vanaf deze toren heb je een prachtig uitzicht over de stad. Aan de vervoersmogelijkheden merk je ook dat KL een moderne stad is. Er is een bovengrondse metro, een prima busnetwerk en zelf een monorail. En het kost allemaal niets, 45 minuten met de bus was 60 eurocent per persoon, 20 minuten met de metro was 40 eurocent.
Na een dagje sightseeing in het centrum hebben we de volgende dag de Batu Caves bezocht. Dit is een stelsel van grotten dat al honderden jaren als hindoeïstisch bedevaartsoord geldt. Je hebt er wat tempeltjes en het stikt er van de brutale apen die graag eten van toeristen stelen. De mooiste grot wordt bewaakt door een 43 meter hoog beeld en is te bereiken via een lange trap die de grot in voert. Er was ook een hindoeïstische expositie in een van de grotten. Hier hebben we geprobeerd wat meer over het hindoeïsme te leren. Dat viel nog niet mee, want het lijken volledig onsamenhangende verhalen over afwisselend mensen en goden en waar precies de scheidslijn tussen die twee ligt is ons niet duidelijk. Het zag er wel mooi uit, de beelden zijn heel mooi gekleurd en lijken echt op mensen, tenzij je weer een of andere godheid met een paardenkop, apenkop of olifantenhoofd tegenkomt. Als klap op de vuurpijl vonden we in een grot ook nog een mini-dierentuin met allerlei soorten schildpadden, slangen en andere reptielen.
We zijn nu alweer in Malakka, een stad met een stukje Nederlandse VOC geschiedenis. Een mooie plek om de verjaardag van Lieke te vieren!
We waren toch nog wel moe na ons duikavontuur, merkten we in ons volgende bestemming; Penang in Maleisie. Het is ook best moeilijk uitrusten op een tropische bestemming, want de beste tijd om op stap te gaan is vroeg in de ochtend, als het nog wat koeler is en de kans op regen klein. Uitslapen kan wel, maar dan loop je rond in de vermoeiende tropische hitte. Hoe dan ook, we hebben ons best gedaan om uitrusten te combineren met onze belangrijkste opgave; het eiland bekijken.
Penang heeft een rijke historie en veel cultureel (UNESCO) erfgoed. Wij zijn in Georgetown geweest, een stad die meer dan 200 jaar geleden is gesticht toen Francis Light er een Engelse vlag plantte en een fort liet bouwen. Het strategisch gelegen fort overziet een nauwe zeestraat tussen het eiland en het Maleisische vasteland. In het fort hebben we ook een oud VOC kanon gezien dat een rol speelt in een lokale legende. Zo zou het kanon vervloekt zijn door een sultan en in het water gegooid. Het massieve messing kanon zou vervolgens weer boven zijn komen drijven en nu geloven sommige locals dat onvruchtbare vrouwen kunnen genezen door op het kanon te gaan zitten. Naast het fort behoort een soort sloppenwijk op palen in de zeestraat ook tot het cultureel erfgoed. Hier wonen Chinese clans, families die dezelfde achternaam delen. Het was voor ons wel verbazingwekkend dat zo'n gammel, stinkend stukje stad tot het gekoesterde erfgoed gerekend wordt. In de buurt van dat wijkje kun je 'street art' vinden, openlucht-schilderijen aangebracht op gebouwen. Sommige schilderijen combineren met voorwerpen, zoal een aan de muur gelaste fiets of een schommel. Laten we concluderen dat we een leuke eerste sightseeing dag in Penang hebben gehad.
Op de tweede dag hebben we een bezoek gebracht aan Penang hill, waar je met een grappig treintje naar boven kunt. Eenmaal boven hebben we genoten van het uitzicht en korte natuurwandelingen gemaakt. Daarbij hebben we veel muggen gezien, maar ook een slang, een grote varaan, een paar zwarte eekhoorntjes en als klap op de vuurpijl een paar aapjes. We zijn halverwege de middag alweer terug gegaan naar de stad voor de attractie waar Penang vooral bekend om is; de multiculturele keuken. Je kan op het eiland heel goedkoop en lekker eten en hebt met name keuze uit Indiaas, Maleisisch en Chinees, maar waar precies de grens ligt tussen die laatste twee is ons niet duidelijk. We hebben uit alle drie de keukens wat geprobeerd, een Indiase Murtabak, een Chinese soep met eend en een Maleisische Laksa. Je koopt dit eten meestal op straat voor iets meer dan één euro per gerecht en je kunt het dan opeten bij een nabijgelegen etablissement waar ze alleen drankjes serveren (consumptie verplicht). Het eten was heerlijk in de meeste gevallen en in ieder geval erg smaakvol. En dat voor prijzen waar je in Nederland niet eens voor kan koken!
-CAMERON HIGHLANDS-
Vanuit Georgetown hebben we een bus gepakt naar de Cameron Highlands. Aan de bussen kun je goed zien dat Maleisië best rijk is, want je reist hier met luxe 24 persoons bussen. In even grote bussen in Vietnam en Cambodja zaten zeker twee keer zoveel mensen. De reis voerde ons, zoals je zou verwachten met een bestemming die 'Cameron Highlands' heet, door de bergen. Ondanks dat de bus best comfortabel was, heb je geen heel prettige reis als je door de continu kronkelende wegen wagenziek wordt. Dat was voor Lieke dus wat minder fijn.
We hebben in de Cameron Highlands twee hele mooie wandeltochten gemaakt. Er zijn min of meer onderhouden paden met min of meer voldoende markering die je kunt volgen. Het was de eerste dag even zoeken waar het pad precies begon, maar na rondvragen bij de locals hebben we het gevonden. Andere locals hebben ons ook twee keer vriendelijk glimlachend totaal de verkeerde kant op gewezen. Op het pad naar boven hebben we redelijk wat boomstammen moeten passeren die dwars over het pad lagen. Gelukkig is het een stuk koeler in dit gebied en liepen we redelijk comfortabel. Het uitzicht op de top van 1670 meter hoog was de reis dubbel en dwars waard.
De volgende dag hebben we een iets moeilijker pad genomen, naar de top van de hoogste berg in de omgeving, de Gurung Brinchang van 2031 meter hoog. Dit pad was nog wat pittiger dan de dag ervoor, met stukken waar je echt moest klimmen. Het pad steeg soms met bijna 80 graden en je moest dan echt iedere stap goed kijken waar je je aan vast kon houden. We hebben er uiteindelijk ruim twee uur over gedaan, inclusief pauzes, om de top te bereiken. Op zijn oer-Hollands hebben we een brood en wat beleg mee genomen en lekker gepicknickt op de berg.
Na de vermoeiende weg naar de top moesten we natuurlijk ook weer naar beneden, maar dan over een geasfalteerde weg. Deze is een stuk minder steil, maar daardoor ook veel langer, zeker 9 kilometer om weer beneden te komen. Op de weg naar beneden kwamen we nog wel een leuke aarbeienkwekerij tegen, waar je je eigen aardbeien kon plukken. Een stuk verderop kwamen we langs een gigantische thee plantage. Dit is echt een fenomenaal gezicht; prachtige groene glooiende heuvels, zo ver als de bergen je toelaten te kijken. Omdat we toch wel wat moe waren geworden van de vele uren lopen hebben we geprobeerd naar beneden te liften en bij de vierde passant was het al raak. De vlotte autorit terug naar een nabijgelegen dorpje heeft ons zeker een uur lopen bespaard. We kwamen uiteindelijk moe maar voldaan terug in het hotel en dankzij de lift nog ruim voor zonsondergang.
-KUALA LUMPUR-
Vanuit Cameron Highlands zijn we naar Kuala Lumpur gegaan, de hoofdstad van Maleisië. Kuala Lumpur is heel modern en heeft een mooie skyline met onder andere de bekende Petronas torens. Een bezoekje aan die torens kost je ongeveer twintig euro per persoon, wat wij wat prijzig vonden, dus wij zijn in plaats daarvan op de KL toren geweest. Deze televisietoren is welgeteld 5 meter korter, maar het observatiedeck ruim honderd meter hoger dan bij de Petronas, en nog goedkoper ook. Vanaf deze toren heb je een prachtig uitzicht over de stad. Aan de vervoersmogelijkheden merk je ook dat KL een moderne stad is. Er is een bovengrondse metro, een prima busnetwerk en zelf een monorail. En het kost allemaal niets, 45 minuten met de bus was 60 eurocent per persoon, 20 minuten met de metro was 40 eurocent.
Na een dagje sightseeing in het centrum hebben we de volgende dag de Batu Caves bezocht. Dit is een stelsel van grotten dat al honderden jaren als hindoeïstisch bedevaartsoord geldt. Je hebt er wat tempeltjes en het stikt er van de brutale apen die graag eten van toeristen stelen. De mooiste grot wordt bewaakt door een 43 meter hoog beeld en is te bereiken via een lange trap die de grot in voert. Er was ook een hindoeïstische expositie in een van de grotten. Hier hebben we geprobeerd wat meer over het hindoeïsme te leren. Dat viel nog niet mee, want het lijken volledig onsamenhangende verhalen over afwisselend mensen en goden en waar precies de scheidslijn tussen die twee ligt is ons niet duidelijk. Het zag er wel mooi uit, de beelden zijn heel mooi gekleurd en lijken echt op mensen, tenzij je weer een of andere godheid met een paardenkop, apenkop of olifantenhoofd tegenkomt. Als klap op de vuurpijl vonden we in een grot ook nog een mini-dierentuin met allerlei soorten schildpadden, slangen en andere reptielen.
We zijn nu alweer in Malakka, een stad met een stukje Nederlandse VOC geschiedenis. Een mooie plek om de verjaardag van Lieke te vieren!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
